NL 7
Omgevingsfactoren
Omgevingsfactoren, zoals temperatuur en luchtvochtigheid, kunnen
de rolstoel beschadigen. De fabrikant adviseert de EasyHopper te
gebruiken in omgevingstemperatuur tussen de -15 °C en +40 °C.
Let op: Door langdurige blootstelling aan de zon kunnen
onderdelen aan de rolstoel heet worden. Wees hierop alert!
Hellingen en andere obstakels
• Zorg altijd dat de antikiepsteunen goed zijn afgesteld (standaard
het zwenkwiel 9 cm boven de grond als het kiepwiel op de grond
staat).
• De kans op kantelen van de rolstoel is op een helling groter dan
op een vlakke ondergrond.
• Neem obstakels hoger dan 10 cm nooit alleen.
Alleen geoefende rijders, die over voldoende kracht beschikken,
zijn over het algemeen in staat obstakels tot 10 cm te nemen.
• Ga altijd achteruit een stoep af, zodat de rolstoel niet
voorover kan hellen en u uit de rolstoel valt.
• Rijd zelf nooit met de rolstoel van een trap af.
• Roep hulp in van derden wanneer u er niet zeker van bent dat u
het hoogste punt zelfstandig haalt.
• Rijd nooit een helling op en af met een hellingshoek van meer dan 5˚.
• Helling op: buig uw bovenlichaam voorover en zet de rugleuning
naar voren. Hierdoor wordt de kans op achterover kantelen kleiner.
Helling af: buig uw bovenlichaam achterover en zet de rugleuning
naar achteren. Hierdoor wordt de kans op voorover kantelen kleiner.
• Keer niet op een steile helling. Wanneer de rolstoel dwars op een
steile helling staat, is het risico op kantelen groot.
• Houd bij het afdalen altijd uw snelheid onder controle.
• Rem de rolstoel uitsluitend af met uw handen aan de hoepels
en niet met de wielblokkering. Anders bestaat de mogelijkheid
dat u de controle over de rolstoel verliest.
• Verwijder de antikiepsteunen niet vanwege de actieve instelling
van de EasyHopper.
Voor meer informatie over veilig rijden met een rolstoel kijk op
www.o4.eu onder Comfortabel mobiel.
Monteren en afstellen
• Controleer voordat u met de rolstoel gaat rijden of de uitneembare
onderdelen (wielen, arm- en voetsteunen) goed zijn bevestigd.
Zitten in de rolstoel
Let op: dat de vingers niet bekneld raken tussen het frame en de
wielen of tussen de spaken van de wielen.
In de volgende gevallen dienen de inzittende of de begeleider hiervoor
waakzaam te zijn:
• Wanneer de rolstoel ver naar achteren is gekanteld
• Wanneer de inzittende scheef in de stoel hangt
• Wanneer de inzittende zijn/haar armen over de armlegger
slap omlaag heeft hangen
• Wanneer er een combinatie is van bovenstaande gevallen
Rijden met de rolstoel
Let op: bij het rijden op een helling zal het zwaartepunt wijzigen
en kan de rolstoel makkelijker achterover kantelen. Zorg altijd dat
de antikiepsteunen goed zijn afgesteld (zie ook de waarschuwings-
sticker op de framebuis).
Let op: contact van uw kuiten met de rode bedieningsbeugel
onder de zitting kan de rugleuning ontkoppelen. Gebruik bij
voorkeur een kuit- of hakband.
• Wees voorzichtig met uw handen tijdens het hoepelen,
wanneer links en rechts van de rolstoel weinig ruimte is.
• De rolstoel mag nooit ongeremd op een helling achtergelaten worden.
• Zet de rolstoel op de rem voordat u in-/uitstapt of een transfer maakt.
• Gebruik de wielblokkering alleen om de stilstaande achterwielen
te blokkeren. De wielblokkering kan niet worden gebruikt om de
rolstoel af te remmen.
Transport van de rolstoel
• De EasyHopper is met inzittende geschikt voor transport in
taxibusjes.
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften
NL 6
Praat mee over dit product
Laat hier weten wat jij vindt van de O4 EasyHopper Rolstoel. Als je een vraag hebt, lees dan eerst zorgvuldig de handleiding door. Een handleiding aanvragen kan via ons contactformulier.