© by WilTec Wildanger Technik GmbH Artikel 52170 pagina 12
http://www.WilTec.de
http://www.aoyue.eu 03 2022-1
http://www.teichtip.de
38,2 ℃ graden instelt en het minimum (“LS”) op 37,4 ℃ graden, dan zal de incubator uitsluitend tussen
deze temperatuurwaarden ingesteld en bediend kunnen worden. Dus zelfs als u de temperatuurinstel-
ling lager dan 37,4 ℃ zou willen instellen, blijft deze begrensd op de vooraf aangegeven LS-instelling.
Dit is bedoeld om te voorkomen dat per ongeluk te lage of te hoge temperaturen worden ingesteld.
Symboolweergave
Instellen alarmwaarde bij te lage temperatuur
Instellen alarmwaarde bij te hoge temperatuur
Instellen alarmwaarde voor te lage luchtvochtigheid
Kalibratie temperatuursensor
Instellen bovengrens temperatuur
Instellen ondergrens temperatuur
Instructies voor het uitbroeden met de incubator:
1. Test de incubator op functionaliteit.
2. Verbind de stekker van de broedmachine met de het aansluitstuk.
3. Vul de waterkanalen met water. Indien niet veel water nodig is, kunt u ook 1 waterkanaal aan-
vullen.
4. Leg de eieren in de broedmachine met de spitse kant naar beneden.
5. Sluit de deksel en schakel de incubator in.
6. Druk de resetknop (linker groene knop) om de teller (van het aantal dagen) op 0 te zetten. Ook
de instelling van het eierendraaisysteem zal op 1:59 (uren:minuten) terug gezet worden.
7. Let op de vochtigheidswaarde en vul de waterkanalen indien nodig bij. Normaal dient dit iedere
4–5 dagen te gebeuren.
8. Op de 18
de
dag dienen het draaimechanisme verwijderd en de eieren op het rechte plateau
gelegd te worden.
9. Tegelijkertijd dienen de watergroeven of -kanalen met water bijgevuld te worden, zodat de lucht-
vochtigheid kan toenemen. Dit is belangrijk om ervoor te zorgen dat de eierschaal zacht genoeg
is voor de kuikens om het aan te tikken en vervolgens uit het ei te kunnen komen.
10. Vermijd het openen van de deksel van de incubator tijdens het uitkomproces. Dit zorgt er na-
melijk voor dat de constante luchtvochtigheid daalt en de eierschaal hierdoor moeilijk door het
kuiken gebroken kan worden. Zo kunnen de kuikens niet uitkomen, wat uiteindelijk ertoe leidt
dat de kuikens het broedproces niet kunnen voltooien.
Mogelijke storingen/fouten en tegenmaatregelen
Te veel eiwit of
onbevruchte
eieren
(a) Verhouding mannelijke en vrouwelijke
geslacht onjuist
(a) Paringsverhouding naar instruc-
ties en aanbevelingen van een fokker
controleren.
(b) Mannelijke geslacht is ondervoed
(b) De hanen apart voer geven, zodat
de hennen het voer van de hanen
niet afnemen.
(c) Stoornissen bij mannelijk geslacht tij-
dens paringsseizoen
(c) Niet te veel mannelijke dieren ge-
bruiken; de fokhanen samenhouden;
tijdelijke, stevige afscheiding tussen
Praat mee over dit product
Laat hier weten wat jij vindt van de Wiltec 52170 Broedmachine. Als je een vraag hebt, lees dan eerst zorgvuldig de handleiding door. Een handleiding aanvragen kan via ons contactformulier.
beantwoord | Ik vind dit nuttig (0)